Header achtergrond
Header achtergrond

Verwachte wijzigingen belastingheffing 2019

17-09-2018

De wijzgingen voor het MKB zijn omvangrijk. Vooral de 3,5% verhoging van het AB-tarief voor DGA's springt in het oog. Daar staat wel een verlaging van de VpB tegenover naar 16% over de eerste € 200.000. Voor de IB geldt dat aftrekposten voor het tarief worden afgetopt, de tarieven dalen vooral voor de middeninkomens. De AB-tarieven in box 2 maken dat het aantrekkelijker wordt om het salaris van de DGA te verhogen tot € 68.000 belastbaar inkomen in box 1, bij de voorgestelde lengte van de tariefschrijven is er dan niet zoveel nadeel van de verlaging tarief waartegen mag worden afgetrokken. Oppotten van winst in de BV levert een belastingdruk op van 40% van de winst voor VpB. Per belastingplichtige zal moeten worden uitgerekend wat de gevolgen zijn. In het oog springt ook de verdere beperking van afschrijving gebouwen tot 100% van de WOZ. Dit zijn enige maatregelen van belang voor het MKB.

Inkomstenbelasting
Tarief box 1
De inkomstenbelastingtarieven worden beperkt tot twee schijven. Een basistarief van 36,93 procent en een toptarief van 49,5 procent voor inkomen boven € 68.600. Dit was 36,55% tot € 20.142 en van € 20.142 tot € 68.507 40,85%. Vanaf € 68.507 was het tarief 52%.

Hypotheekrenteaftrek
De hypotheekrenteaftrek wordt vanaf 2020 versneld afgebouwd in vier stappen van drie procentpunt naar 36,93 procent in 2023. Was in 2018 maximaal tegen 49,5% aftrek wordt versneld afgebouwd naar aftrek aan de voet dus tegen het lage tarief van 36,93%. In 2023 moet het lage tarief zijn bereikt.

Eigenwoningforfait
Het eigenwoningforfait wordt vanaf 2020 verlaagd van 0,75 procent naar 0,6 procent. Deze verlaging vindt plaats in drie stappen van telkens 0,05%-punt, te starten in 2020 en vervolgens in 2021 en 2023, dus parallel aan de afbouw van hypotheekrente-aftrek.

Aftrekposten
In 2020 wordt het aftrektarief van alle aftrekposten gelijkgetrokken met het dan geldende aftrektarief van de hypotheekrente. Dit tarief wordt met drie procentpunt per jaar afgebouwd naar het basistarief.

Zelfstandigenaftrek
Het maximale tarief waartegen de zelfstandigenaftrek aftrekbaar is, wordt gefaseerd beperkt, gelijk aan het aftrektarief van de andere aftrekposten. Dus naar verwachting afbouw van 2020 tot en met 2023 naar 36,93%. Over de MKB-winstvrijstelling is nog geen duidelijkheid.

Scholingskosten
De fiscale aftrekpost voor scholingskosten wordt vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders, die een startkwalificatie hebben behaald.

Investeringsregelingen
De energie-investeringsaftrek (EIA), de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) en de milieu-investeringsaftrek (MIA) blijven bestaan. Wel wordt het aftrekpercentage voor de EIA verlaagd van 54,5 procent naar 45 procent.

Tarief box 2
Het box 2-tarief gaat gefaseerd omhoog van 25 procent naar 27,3 procent in 2020 en 28,5 procent in 2021.

Rendementspercentages box 3
De jaarlijkse bijstelling van de rendementspercentages voor box 3 zal op Prinsjesdag bekend worden gemaakt.

Algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting wordt vanaf volgend jaar stapsgewijs verhoogd en zal in 2021 uiteindelijk circa € 350 hoger zijn dan nu.

Arbeidskorting
De maximale arbeidskorting wordt in de komende jaren verhoogd met circa € 365. Deze verhoging zal in 2021 in zijn geheel zijn doorgevoerd.

Ouderenkorting
De ouderenkorting zal worden verhoogd met circa € 160. Tegelijkertijd zal er een geleidelijke inkomensafhankelijke afbouw worden geïntroduceerd in plaats van de huidige harde afbouwgrens.

Loonbelasting

30%-regeling
De looptijd van de 30%-regeling wordt verkort met drie jaar van acht tot vijf jaar. Deze nieuwe termijn geldt ook voor werknemers, die al gebruikmaken van de 30%-regeling.

Vrijwilligersvergoeding
De maximale onbelaste vergoeding aan vrijwilligers wordt met € 200 verhoogd naar € 1.700 per kalenderjaar.

Fiets van de zaak
Per 2020 komt er een nieuwe fiscale regeling voor de fiets van de zaak. Deze moet het aantrekkelijker maken om een (elektrische) fiets aan werknemers ter beschikking te stellen.

Toeslagen
Kindregelingen
De kinderbijslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget gaan omhoog. Er komt bovendien een voorstel om de financiering van kinderopvang niet meer via de ouders te laten lopen en in plaats daarvan te werken met een directe financieringsstroom van het Rijk naar kinderopvanginstellingen.

Vennootschapsbelasting

Tarief
Het tarief wordt in stappen verlaagd naar 21 procent (2019: 24 procent, 2020: 22,5 procent en 2021: 21 procent). Het lage tarief (2017: belastbare winst tot 200.000 euro) gaat omlaag naar 16 procent (2019: 19 procent, 2020: 17,5 procent en 2021: 16 procent).

Earningstrippingregeling
Er wordt een nieuwe renteaftrekbeperking ingevoerd in de vorm van een earningstrippingregeling, waardoor overtollige rentelasten (het saldo van rentelasten en rentebaten) slechts aftrekbaar zijn tot 30 procent van de gecorrigeerde Nederlandse fiscale winst (EBITDA). De regeling bevat een franchise van € 1.000.000.

CFC-regels
Als een Nederlandse belastingplichtige een belang heeft van ten minste 50 procent in een laagbelaste dochtervennootschap (een controlled foreign company: CFC) zullen nieuwe CFC-regels van toepassing zijn. Bepaalde inkomensbestanddelen van de CFC zullen dan als inkomsten worden belast bij de Nederlandse belastingplichtige.

Afschrijving gebouwen
Bedrijven mogen voortaan nog slechts afschrijven op een gebouw in eigen gebruik tot een boekwaarde is bereikt van 100 procent van de WOZ-waarde (dit was 50 procent van de WOZ-waarde). Afschrijven op gebouwen wordt hiermee dus drastisch ingeperkt. Voor de goede orde, deze afschrijvingsbeperking gaat alleen gelden voor de vennootschapsbelasting en niet voor ondernemers in de inkomstenbelasting.

Fiscale beleggingsinstellingen
Fiscale beleggingsinstellingen (FBI’s) mogen vanaf 2020 niet meer direct beleggen in in Nederland gelegen vastgoed.

Overnameholdings
De renteaftrekbeperking bij overnameholdings komt te vervallen. Dit houdt verband met de introductie van de earningstrippingregeling.

Verliesverrekeningstermijn
De voorwaartse verliesverrekening wordt beperkt van negen tot zes jaar. De achterwaartse verliesverrekening blijft één jaar. Een groter risico op verliesverdamping dus.

Bronbelastingen


Dividendbelasting
De dividendbelasting wordt per 2020 afgeschaft. Voor dividenden naar landen met een laag winstbelastingtarief en in misbruiksituaties blijft er een bronheffing op dividenden bestaan.

Rente en royalty’s
Per 2021 komt er een nieuwe bronbelasting op uitgaande royalty's en rentebetalingen naar landen met een laag winstbelastingtarief en in misbruiksituaties.

Omzetbelasting

Verlaagd tarief btw
Het verlaagde btw-tarief gaat omhoog van 6 procent naar 9 procent.

Kleine ondernemersregeling
De kleine ondernemersregeling (KOR) wordt per 1 januari 2020 gemoderniseerd. Er komt een facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling (OVOB) voor alle ondernemers, ongeacht de rechtsvorm.

Sportvrijstelling
De btw-sportvrijstelling wordt verruimd. De vrijstelling voor sportbeoefeningsdiensten verricht door niet-winstbeogende instellingen aan hun leden, gaat ook gelden voor niet-leden. Belaste exploitatie van sportaccommodatie kan alleen nog door een winst-beogende instelling, zonder onderscheid tussen leden en niet-leden.

Overig

Exitheffing
Als de zetel van een onderneming vanaf 2019 naar het buitenland wordt verplaatst, dient een eventuele Nederlandse exitheffing in de vennootschapsbelasting in vijf jaarlijkse betalingen te worden voldaan.

Belastingrente
Er wordt geen belastingrente meer in rekening gebracht als de aangifte inkomstenbelasting is ingediend voor 1 mei en de aanslag conform die aangifte wordt vastgesteld. Hetzelfde gaat gelden voor voorlopige aanslagen of aangiftes erfbelasting (geen belastingrente bij een tijdige aangifte met overeenkomende aanslag).

Energiebelasting
De energiebelasting voor aardgas gaat omhoog, terwijl de energiebelasting op elektriciteit iets wordt verlaagd. De tarieven in de eerste schijf op aardgas gaan omhoog met € 0,03 en de tarieven in de eerste schijf op elektriciteit gaan omlaag met € 0,0072.

Belastingvermindering energiebelasting
De belastingvermindering in de energiebelasting wordt verlaagd met € 51 van € 308 naar € 257. Het grootste deel van de verminderde belastingbesparing slaat neer bij bedrijven.

Afval
Er komt een hoger tarief op het verbranden en storten van afvalstoffen en de grondslag wordt verbreed. Daarnaast wordt een heffing geïntroduceerd op het exporteren van afval. De vrijstelling van zuiveringsslib voor belasting wordt daarnaast afgeschaft en er zal ook geheven gaan worden over afval dat wordt verbrand in biomassa-energiecentrales. Bij dat laatste zal een heffing van afvalstoffenbelasting bij verwijdering buiten Nederland noodzakelijk zijn.

Vrachtwagens
Er wordt een kilometerheffing voor vrachtverkeer ingevoerd, waarschijnlijk niet eerder dan per 2023. Het daarvoor te introduceren registratie- en betalingssysteem wordt gelijk aan dat in de buurlanden, zodat voor vrachtauto’s geen extra apparatuur benodigd is. Tegelijkertijd wordt de motorrijtuigenbelasting op vrachtauto’s verlaagd.

Taxi’s
De BPM-teruggaaf op taxi’s wordt per 1 januari 2020 afgeschaft. Tot die tijd zijn emissie-loze taxi’s vrijgesteld van belasting van personenauto’s en motorrijwielen.

Laatste nieuws

  • Uit box 3 naar box 1 … kan dat zomaar? Door Wijnkamp Keulers op 11-09-2023

    Veel beleggers krabben zich achter de oren bij hun box 3 belastingdruk. 6,17% forfaitair rendement belast tegen 32% (wellicht 34% in 2025) belast, is niet erg aanlokkelijk. Jaarlijks 1,91% moeten betalen en ook de schulden tegen de facto minder aftrek in mindering kunnen brengen, komt daar nog eens bij. Maar ja ..., verhuurde panden met 10,4 % overdrachtsbelasting inbrengen in een BV, is ook niet erg aantrekkelijk.Vooral als je niet weet of die weg straks ook een doodlopende weg blijkt door maatregelen van de wetgever.
    Welke mogelijkheden zijn er dan nog wel te bedenken?

    Actiever of meedoen met collectieven
    In het verleden trachtten inspecteurs nog wel eens om vermogenswinst behaald door wat actievere beleggers of handelaren te belasten met IB. Zij stelden dan dat de winst bij de verkoop van panden niet kwam door waardestijging, maar door actief handelen en verbouwen of door speciale kennis en vaardigheden. De panden zaten dan niet in box 3, maar in box 1 en er was sprake van “resultaat uit overige werkzaamheden” (ROW). Naast winst uit onderneming kan er dus ook bij activiteit, die wat verder gaat dan normaal beheer, box 1 aan de orde zijn in plaats van box 3. Voor de ondernemingssfeer in box 1 geldt dat ook, zij het dat dan er een organisatie van arbeid en kapitaal moet zijn, dat gaat nog weer wat verder dan ROW.
    Bij de ondernemingssfeer geldt ook dat als er sprake is van een onderneming, die de OZ exploiteert en via een maatschap of een CV is er gerechtigdheid tot die onderneming en de exploitatie van de panden gaat via die onderneming, dan is het pand bedrijfsvermogen. Dat kan ook als de economisch eigendom bij de maat of vennoot blijft.

    Benadruk activiteiten en zoek de onderneming. Als panden grondig zijn verbouwd en er nogal wat beheer in zit, dan is een overgang naar box 1 wellicht haalbaar. In beginsel moet een eerder gemaakte keuze worden gehandhaafd, als er nieuwe ontwikkelingen zijn, dan kan dat het verschil maken. Als er een onderneming binnen bereik is, dan zou exploitatie via die onderneming ook een optie kunnen zijn. Na film- en scheeps-CV’s krijgen we nu wellicht min of meer collectieve exploitatie via aparte ondernemingen, waarbij het pand eigendom blijft, maar de exploitatie gezamenlijk plaatsvindt via een maatschap of Vof. “Zoek de onderneming ...", en hybride ondernemingsvormen lijken op dit moment een van de weinige mogelijke escapes. Let op … vermijd elke vorm van overgang van economisch belang, want 10,4% overdrachtsbelasting betalen is een beetje zuur, als je daar niet mee hebt gerekend.

    Lees verder
  • Beleggingspanden in box 3, maak bezwaar Door Wijnkamp Keulers op 28-08-2023

    Verhuurde woningen maken, in beginsel, deel uit van het box 3-vermogen en dat levert een aanzienlijke belastingdruk op. Een forfaitair rendement van 6,17% (2023) van de Woz-waarde voor box 3-belastingheffing tikt behoorlijk aan. Ook de leegwaarderatio biedt weinig soelaas meer. Vaak is het daadwerkelijk genoten rendement een stuk lager dan het forfaitaire rendement. Bezwaar maken tegen de box 3-aanslag blijft noodzakelijk en doe dit tijdig.

    Box 3
    Op grond van de huidige regelgeving omtrent de overige bezittingen in box 3 wordt er vanuit gegaan dat een rendement wordt behaald van 6,17% van de Woz-waarde op de verhuur van de verhuurde panden. Voor woningen in (langdurig) verhuurde staat mag de Woz-waarde worden verminderd volgens een forfaitaire regeling (leegwaarderatio), maar deze is per 1 januari 2023 geactualiseerd om een 'eerlijkere belasting voor verhuurde woningen' te realiseren, aldus de overheid. Vaak wordt het forfaitaire rendement niet daadwerkelijk behaald en wordt de volledige huuropbrengst voor een belangrijk deel opgesoupeerd door de belastingheffing.

    Rechtspraak inzake box 3
    Op dit moment wordt door de rechtbanken en gerechtshoven kritisch geoordeeld over het besluit rechtsherstel. Immers ook dit besluit veroorzaakt een significante afwijking tussen het werkelijk genoten rendement en het forfaitaire rendement. In de rechtspraak is op dit moment dan ook een lijn te onderkennen dat het geboden rechtsherstel onvoldoende is en wordt de aanslag in veel gevallen verminderd op basis van het daadwerkelijk genoten rendement. Let wel, de Hoge Raad moet zich nog over de afwijking van het rechtsherstel, zoals nu door de rechtbanken en hoven wordt uitgesproken, uitlaten.

    Ontlopen box 3?
    Het is bijna niet mogelijk om aan box 3-heffing te ontsnappen bij beleggingspanden. In het algemeen is er geen sprake van ondernemingsuitoefening, omdat vaak niet wordt voldaan aan de arbeid+ en rendement+-eisen. Inbreng in een BV zou kunnen, maar een materiële onderneming ontbreekt, tenzij hiervoor nadere constructies met aanvullende gelieerde activiteiten worden opgezet. Naast de overdrachtsbelasting van 10,4% is er AB-heffing verschuldigd over de verkregen reguliere voordelen uit de BV, zoals dividend. Het geld kan dus niet zomaar uit de BV worden gehaald. Vergeet daarbij niet de belastingheffing bij verkoop van de panden en de liquidatie van de BV. Door het ontbreken van een materiële onderneming kan er, in beginsel, geen gebruik gemaakt worden van fiscale faciliteiten.

    Tijdig bezwaar maken
    Het wachten is op de nieuwe box 3-wetgeving. Wordt het een vermogenswinstbelasting of een vermogensaanwasbelasting? Dat is nu nog niet duidelijk, niettemin zal het als particulier waarschijnlijk niet veel aantrekkelijker worden om in beleggingspanden te investeren om in een oudedagsvoorziening te voorzien. Tot die tijd is het van belang om tijdig bezwaar te maken tegen de IB-aanslag, zeker wanneer het daadwerkelijk genoten rendement lager ligt dan het forfaitaire rendement.

    Lees verder
  • Belastingrente per 1 juli a.s. naar 6% Door Wijnkamp Keulers op 16-06-2023

    Per 1 juli a.s. gaat de belastingrente voor onder meer de inkomstenbelasting omhoog van 4% naar 6%, een aanzienlijke stijging.

    Belastingrente is verschuldigd, wanneer te weinig belasting is betaald op een voorlopige aanslag of een aanslag later dan zes maanden na afloop van het belastingjaar wordt opgelegd en de aangifte bijvoorbeeld te laat (na 1 mei) is ingediend en de aanslag na 1 juli wordt opgelegd.

    Het is aan te raden om nog eens kritisch naar de voorlopige aanslag 2023 te kijken. Is deze tot te laag bedrag opgelegd, dan is het verstandig om deze te verhogen en zo te voorkomen dat na het indienen van de aangifte belastingrente betaald moet worden of zo in ieder geval het bedrag aan belastingrente te beperken.

    Is de voorlopige aanslag tot een te hoog bedrag opgelegd, dan krijgt u in het algemeen geen belastingrente vergoed. Er wordt alleen belastingrente vergoed, wanneer de Belastingdienst er te lang (meer dan 13 weken) over doet om de aanslag op te leggen conform verzoek of aangifte.

    Lees verder
  • Fiscus blijft te veel heffen in box 3, rechtsherstel niet voldoende Door Wijnkamp Keulers op 16-02-2023

    Ook na toepassing van rechtsherstel blijkt dat nog steeds te veel box 3 belasting wordt geheven. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden maakt korte metten met de aanslag, die ondanks het ontbreken van rendement, toch uitging van een fictieve (forfaitaire) opbrengst. Wij herhalen het nog maar eens ... als het werkelijke behaalde rendement lager is dan het forfaitair berekende inkomen, kan sprake zijn van een inbreuk op eigendomsrechten beschermd door het EVRM.

    Het Hof heeft vastgesteld dat bij de beoordeling van de feiten en omstandigheden, die maken of er sprake zou kunnen zijn van een individuele en buitengewone last moet worden uitgegaan van het inkomen, zoals dat in box 3 regelgeving is gedefinieerd, koerswinsten en -verliezen blijven dus buiten beschouwing, niettemin moet wel met de gehele financiële situatie rekening worden gehouden bij de beoordeling of er sprake is van interen op vermogen.

    In dit geval was er alleen sprake van een arbeidsongeschikheidsuitkering, beperkte woonlasten wegens geringe hypotheekschuld en een schenking. Bij een inkomen van ca € 20.000 en een vermogen van ca 1 mio was een aanslag van pakweg € 1.000 gerechtvaardigd, terwijl dat bij toepassing rechtsherstel nog ca € 4.750 was geweest. Uiteindelijk is er ten opzichte van de eerste aanslag ca € 15.000 minder geheven.

    Voor de bezwaarmakers over de jaren 2017, 2018 en latere jaren heeft de rechter dus actief rechtsherstel toegepast. Gezien het feit dat er ook na toepassing rechtsherstel door de Belastingdienst door de rechter (nader) rechtsherstel wordt geboden, is het uitermate verstandig om bezwaar tegen box 3 heffingen te (blijven) maken. Helaas is de Staatssecretaris te zuinig en moet de rechter de vinger aan de pols blijven houden.

    Voor diegenen, die geen bezwaar hebben gemaakt over 2017/2020, geldt dat het de moeite waard is om het traject van het alsnog claimen van rechtsherstel via de Belastingdienst te bewandelen. Hoewel naar wij verwachten de Minister zal volharden om in die gevallen niet terug te betalen is dit traject wenselijk om uiteindelijk de Staat te dagvaarden met als grondslag onrechtmatige daad en/of ongerechtvaardigde verrijking. Die laatste mogelijkheid zien wij als meest kansrijk. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat onder omstandigheden die heffing van box 3 op stelselniveau een inbreuk op het eigendomsrecht kan zijn. Bij dezelfde feiten kan het niet zo zijn dat het rechtsgevolg in het kader van de Europese rechten van de mens verschillend zou zijn voor diegenen die wel bezwaar hebben gemaakt en diegenen die geen bezwaar hebben gemaakt. Als de heffing in strijd is met EVRM dan is volgens artikel 94 Gw de Staat gehouden de toepassing van de wet achter te stellen bij het verdrag. Daarmee ontvalt de rechtsgrond voor de belastingheffing en dient de Staat terug te betalen wat ongerechtvaardigd is verkregen. Naast een ambtshalve verzoek tot rechtsherstel moet ook een vordering tot terugbetaling van de geïnde belasting worden gedaan bij de ontvanger.

    Voor meer informatie kunt u zich bij ons melden.

    Lees verder
  • Landbouwgrond in gebruik bij eigen landbouwbedrijf blijft fiscale aandacht vragen Door Wijnkamp Keulers op 24-01-2023

    De berichten over mogelijke beperkingen in de vrijheid om landbouwgrond te verkopen aan de beste koper overschaduwen de mogelijke afschaffing van de landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting. Naast de zorg over de inkomstenbelasting zijn er ook knelpunten in de overdrachtsbelasting. Voor boeren-eigenaren is een strategie met betrekking tot het handhaven van eigendoms- en fiscale rechten meer dan ooit noodzaak. Nu zullen wij aandacht besteden aan maatregelen, die een beperking of afschaffing van de landbouwvrijstelling minder nadelig doen zijn.

    De meeste landbouwers weten wel wat hun grond bij verkoop zou opleveren, althans wat de zogenaamde WEVAB is, dat is de waarde van landbouwgrond die gewoon landbouwgrond blijft. Herwaarderen tot die WEVAB is in meerdere opzichten van belang. Niet alleen is dan de waarde op de balans in overeenstemming met de feitelijke waarde, waardoor er minder boekwinst zal zijn en minder belasting verschuldigd zal zijn, ook wordt daarmee de waarde veel beter in beeld gebracht. Zou een overheids-voorkeursrecht of onteigening aan de orde zijn, dan zal bij een lagere waarde gemotiveerd moeten worden door de overheidsinstantie waarom niet tot de boekwaarde de schade wordt vergoed.

    Je kunt niet zomaar herwaarderen. Hoe dan ook is duidelijk dat jaarlijks de waarde aanpassen fiscaal niet is toegestaan. Er moet een aanleiding zijn. Dat kan zijn omdat er inbreng is in een BV of maatschap (met de kinderen), vooral als dat voor een paar procent is, waarbij de eigenaar grotendeels eigenaar blijft, is dat een werkbare methode. Er zijn er meer, maar alle komen erop neer dat als er een (gering) economisch belang al is dat toekomstige winst overgaat, dan mag er worden geherwaardeerd.

    Let op dat er geen overdrachtsbelasting verschuldigd wordt. De grond moet wel minstens 10 jaar agrarisch gebruikt blijven worden en de vrijstelling is beperkt tot cultuurgrond. Maak ook een apart dossier aan over, hoe u aan de waarde bent gekomen, dat kan vooral later van pas komen. U moet ook bij vrijstelling van overdrachtsbelasting toch aangifte doen. Herwaardering kan via de notaris, maar dat hoeft niet. Een simpele onderhandse akte voldoet, ook aangifte kan door een ieder worden gedaan.

    De agrarische sector wordt in het huidige politiek-maatschappelijk debat steeds meer in de verdrukking gebracht. Wees waakzaam en neem maatregelen om uw rechten en fiscale positie te beschermen. Helaas is afwachten niet de juiste optie.

    Lees verder
Follow us
email
twitter
facebook