Gevolgen van schijnzelfstandigheid, bruto-loon is niet zonder meer gelijk aan loon SV, let op pensioenpremies en ten onrechte afgetrokken BTW
22-12-2025Door mr W.P. Keulers (belastingadviseur NOB tevens advocaat-belastingkundige)
Inleiding
Het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 9 september 2025 (ECLI:NL:GHAMS:2025:2339), waarin het hof een billijk brutoloon van € 14,58 per uur vaststelde voor een relatie, die eerder als zzp-opdracht werd gefactureerd, heeft verstrekkende arbeidsrechtelijke en fiscale gevolgen voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Dit artikel vat de kerngevolgen samen, bespreekt de risico’s op btw-correcties en brutering van tarief en behandelt de mogelijkheid van een terugvorderings-claim door de werkgever.
Feiten en rechtsgevolg kort
Het hof kwalificeerde de arbeidsrelatie met terugwerkende kracht als arbeidsovereenkomst en stelde wegens het ontbreken van een overeengekomen loon een billijk brutoloon vast van € 14,58 per uur. Herkwalificatie werkt terug in de tijd en brengt met zich mee dat loonheffing, premies en eventueel pensioenpremies vanaf die datum verschuldigd zijn. Verdedigbaar is dat het brutoloon, de maatstaf van heffing voor LH en andere inhoudingen en werkgeverslasten, dit door het Hof vastgestelde loon is, zeker is dat echter niet. Al eerder heeft de belastingrechter een kwalificatie door de civiele rechter van "loon" niet gevolgd voor de loonheffing (LH).
Fiscale risico’s bij herkwalificatie
Btw-risico: Facturering met btw door een zzp'er gaat in geval van herkwalificatie ten onrechte uit van zelfstandig ondernemerschap. Als de prestatie in feite loon uit arbeid betreft, is geen btw verschuldigd en is de door de opdrachtgever afgetrokken voorbelasting onterecht. Dit kan leiden tot een btw-correctie en naheffingsaanslag voor de opdrachtgever, met rente en mogelijk boete.
Brutering van tarief: Als factuurbedragen als netto-uitkeringen worden aangemerkt, kan de Belastingdienst eisen dat die nettobedragen worden omgezet naar een bruto-lonenmaatstaf (brutering). Dat betekent dat het gefactureerde uur-bedrag effectief verhoogd wordt met het benodigde bruteringselement om na inhoudingen het veronderstelde nettobedrag te bereiken, waardoor de opdrachtgever achteraf loonheffing en werkgeverspremies over een hoger bedrag moet afdragen.
Premies werknemersverzekeringen en Zvw: Over het gebruteerde loon zijn premies werknemersverzekeringen (werkgever) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw verschuldigd, wat de totale last voor de opdrachtgever verder verhoogt.
Pensioenverplichting: Indien op grond van toepasselijke cao of bedrijfstakregels pensioenplicht geldt, kunnen met terugwerkende kracht pensioenpremies verschuldigd zijn. Dit betreft zowel werkgevers- als werknemersdeel en kan substantieel zijn bij langere perioden.
Vordering van de werkgever op (ex-)opdrachtnemer
Het vorenstaande kan leiden tot een verschil tussen betaalde factuur en netto-loon met terugvorderings- en naheffingsrisico voor de opdrachtgever/werkgever.
Als betalingen an sich onverschuldigd blijken te zijn, omdat zij meer bedragen dan het nettoloon dat op basis van de arbeidsovereenkomst had moeten worden genoten, bestaat een juridische grondslag voor een vordering op basis van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW).
De werkgever moet aantonen dat het meerdere daadwerkelijk onverschuldigd was, dat er geen rechtsvermoeden, tegenprestatie of specifieke afspraak bestond, die het meerdere rechtvaardigt, en rekening houden met redelijkheid en billijkheid.
De werknemer kan een beroep doen op vertrouwensbescherming of verrekening stellen, en de rechter kan terugvordering beperken op grond van redelijkheid. Verjaringstermijnen en bewijsproblemen spelen een rol.
Voordat een werkgever tot vordering overgaat, is beoordeling van individuele betalingsafspraken, schriftelijke bewijsstukken en mogelijke cao/relevante pensioen- of vergoedingsafspraken noodzakelijk.
Praktische aanbevelingen
Documenteer en toets met terugwerkende kracht de aard van de relatie en gemaakte afspraken.
Voer een fiscale en arbeidsrechtelijke risicoanalyse uit voor periodes die mogelijk geherkwalificeerd worden.
Overweeg (tijdig) overleg met een fiscalist en arbeidsrecht-advocaat vóór het doen van terugvorderingsacties.
Houd rekening met mogelijke btw-correcties en bereid je financieel voor op naheffingen inclusief rente en boetes.
Controleer cao-toepassing en pensioenplicht; bereken provisies voor eventuele premietekorten.
Conclusie
Herkwalificatie met vaststelling van een billijk brutoloon, zoals in het hiervoor genoemde arrest, leidt direct tot fiscale en arbeidsrechtelijke consequenties: btw-correcties en naheffingen, risico op brutering van gefactureerde tarieven, afdrachten van premies en mogelijk terugvorderingsrechten van de werkgever. Zorgvuldige feitelijke en juridische analyse en tijdige professionalisering van afwikkeling en communicatie zijn essentieel om financiële verrassingen en langdurige procedures te beperken. Voor de accountant en belastingadviseur geldt dat bij het samenstellen van de jaarrekening de LH en afdrachtverplichtingen juist en volledig in het fiscaal resultaat moeten zijn verantwoord en op de balans moeten worden opgenomen, controle van de afdrachten bij (schijn)zelfstandigheid is dus vereist.
Laatste nieuws
- Is de accountant, die de aangifte doet, de beste adviseur, omdat hij u kent? Door Wijnkamp Keulers op 16-12-2025 Lees verder
- Box 3: Opgave Werkelijk Behaald rendement; loont het? Door Wijnkamp Keulers op 20-10-2025 Lees verder




