Header achtergrond
Header achtergrond

Wat gebeurt er met uw BV's na u?

12-09-2018

De ontwikkeling van de structuur van nogal wat bestaande ondernemingen heeft vorm gekregen vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw. Niet alle winst tegen 52% belasten was een belangrijk doel, met BV's kan tegen lagere directe tarieven belast vermogen in de onderneming worden opgespaard. En lijfrente in eigen beheer en pensioen in eigen beheer leken lange tijd fiscaal zeer voordelig uit te pakken. Kroonjuwelen zijn in de jaren daarna geworden: het kunnen overdragen aan de kinderen tegen zeer lage tarieven of zelfs geheel zonder erfbelasting en schenkingsrecht te kunnen betalen. Last but not least hebben vele DGA's dankzij hun BV de verafschuwde 1,2% vermogensbelasting (box 3) kunnen ontlopen.

Wolken

Er zijn wolken aan de horizon, die hun schaduw over de bestaande situatie heen werpen. De bedrijfsopvolgingsregeling wordt door beleids- en opiniemakers al te ruim geacht. In plaats van vrijstelling van erfbelasting pleit men voor een betalingsregeling. Er komt dus voor een overdragende of overleden (echtgenoot van de) DGA een aanzienlijke belastingschuld bij. Dat zal overdracht van ondernemingen gaan belemmeren, want anders dan beleidsmakers denken, zal een overdrager de belasting willen gaan afwentelen op de opvolger. Banken financieren MKB niet of uiterst moeizaam, de gevolgen laten zich raden.

Die opvolger heeft een beperkte keuze, als hij het al gefinancierd krijgt, te weten overnemen van aandelen van de dochtermaatschappij en onroerende zaken huren en goodwill in de aandelenprijs terugzien of veel duurdere activa en passiva overnemen waarna hij dan in 5 - 10 jaar (of bij OZ in 50 jaar tegen vaak 1% per jaar), tegen lagere VpB tarieven kan gaan afschrijven. Dat zal dus in veel gevallen niet lukken, veel ondernemingen zullen dus onverkoopbaar worden, althans niet verkoopbaar tegen vroeger gedachte opbrengsten.

Ook het niet betalen van vermogensbelasting door DGA's over hun aandelen steekt de beleidsmakers. Zij sturen aan op het liquideren en leegmaken van in hun ogen niet actieve BV's. Het lijkt erop dat in ruil voor een lagere winstbelasting (Vennootschapsbelasting; VpB) vermogen in ondernemingen belast moet gaan worden. Dat kan door fictief dividend in te voeren of door DGA's op een andere wijze te dwingen hun vermogen uit hun BV's te gaan halen, dat dan vervolgens wordt belast. Daarmee is de fiscale cirkel, die ik heb beschreven bij de opvolgingen, rond. De tendens is meer schulden bij de opvolger of niet kunnen verkopen en opgespaarde middelen belasten.

Bereid u voor

De overdragende DGA doet er goed aan zich voor te bereiden op het niet of maar beperkt kunnen verkopen van zijn onderneming en niettemin het moeten betalen van belasting. Er komt dus geen of minder geld binnen en er moet aanzienlijk meer geld uit. Dat gaat niet alleen de DGA aan, maar ook toekomstige (ex-)partners en toekomstige erfgenamen. Als op een onverwacht moment fiks belasting betaald moet worden, bijvoorbeeld bij echtscheiding of overlijden en de doorschuiving en opvolgingsregelingen zijn beperkt, dan zal er liquiditeit moeten zijn. De Belastingdienst is geen bank, en veel banken zijn al lang niet meer wat het was, reken dus vooral niet op de bank, want die kan u meestal niet helpen.

BV blijft bij u

Dit betekent dat er in beeld moet worden gebracht met een aantal scenario's wat er gebeurt als een DGA aandelen van een of meer BV's niet overdraagt en er geen opvolger is. Kunnen de lijfrenteverplichtingen worden nagekomen, kan het pensioen worden betaald? Is het bedrijfsgebouw of het praktijkpand wel zo courant dat het makkelijk te verkopen is of moet het gedwongen tegen een bodemprijs naar een handelaar, als er belasting betaald moet worden? Gaat de bank nog wel door met financieren als er geen winst meer wordt behaald in de BV, wat gebeurt er als de bank het krediet opzegt? Als u overlijdt en er is geen opvolging(sregeling), kan er dan over de meerwaarde van de aandelen 25% of zelfs 27-28% inkomstenbelasting worden betaald? Kan de erfbelasting over de waarde van de aandelen worden betaald? Weet u dat de huidige scheidslijn bij het toepassen van de nu nog geldende opvolgingsregelingen ligt tussen verhuur van onroerende zaken en projectontwikkeling. Met andere woorden, ook nu al kwalificeren nogal wat BV's niet voor de opvolgingsregelingen.

Kortom, stresstest

Stel dat u nu overlijdt of niet meer in staat bent om besluiten te nemen, kunnen uw familieleden dan überhaupt wel bij de bankrekeningen, aangiften doen en andere besluiten nemen? Kunnen kosten en belastingen betaald worden over (papieren) winst door vrijval pensioenverplichting en/of lijfrenteverplichting? Kunnen de schulden aan de BV nog wel worden afgelost of moeten panden worden verkocht en lukt dat dan op korte termijn tegen een behoorlijke prijs? Kunnen uw familieleden in het woonhuis blijven wonen?

Klimaatverandering

Veel ondernemers hebben zakelijk en privé met elkaar vermengd. Daar is niets mis mee, mits je overzicht houdt en je realiseert dat er een rekening met de fiscus openstaat. Het MKB moet op fiscaal guurdere tijden gaan rekenen. Een soort fiscale klimaatverandering als het ware. Wat en hoe is niet geheel duidelijk, de trend wel. Zorg dat de jassen klaar hangen.

Laatste nieuws

  • Net sluit zich om box 3-ontwijkers, per 2025 einde aan mogelijkheden van een open fonds voor gemene rekening (FGR) Door Wijnkamp Keulers op 23-04-2024

    De keuze om in plaats van de vaste box 3 belastingheffing het min of meer werkelijk rendement te laten belasten via een open fonds voor gemene rekening (FGR) is met ingang van 1 januari 2025 verleden tijd. Vooral familiefondsen worden getroffen en niet alleen de toekomstige box 3-heffing is een punt, er zal ook nog eerst per 31 december 2024 moeten worden afgerekend over stille reserves. Omdat de FGR vanaf 1 januari 2025 niet meer zelf belastingplichtig is, maar via fiscale transparantie de achterliggende deelnemers rechtstreeks zullen worden belast, wordt de stakingswinst bij de FGR belast en wordt er ook nog eens box 2 AB winst bij de deelnemers in aanmerking genomen. De belastingdruk kan oplopen tot ca 49% per 1 januari 2025. Voor lagere bedragen, ca € 200.000 stakingswinst en tot € 67.000 (€ 134.000 voor fiscale partners) is de druk wat lager, maar nog steeds meer dan 40%. Er zal vanaf 2025 voldoende cash moeten zijn om de belasting te kunnen betalen, begroten en plannen is aan te bevelen, zo denken wij. Er is wel voorzien in betalingsregelingen, maar dan moet er zekerheid worden verschaft, dus of dat veel zin heeft valt te bezien.

    Ook de mogelijkheid om vermogen in een Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI) onder te brengen wordt minder, dat kan alleen nog bij beleggingsinstellingen, die een vergunning hebben en onder AFM-toezicht staan. Bij vermogen in NV's en BV's blijft wel het VpB-regiem gelden, de gecombineerde belastingdruk van AB box 2 en VpB in combinatie met het ontbreken van ondernemingsfaciliteiten bij beleggingen (geen BOR, geen HIR etc.) maakt dit niet zonder meer een bruikbaar alternatief, want een BV of NV in de benen houden is toch een stap verder dan een FGR. Ook de open CV met als doel box 3 vermijden is einde verhaal, ook daar moet worden afgerekend, tenzij het aandeel in de CV al onderdeel was van box 3-vermogen. Bij een CV, die een onderneming, maatschap en Vof exploiteert, verandert er in beginsel niks, die waren al fiscaal transparant en winst werd al bij de vennoten in aanmerking genomen.

    De fiscale transparantie heeft werking naar de overdrachtsbelasting, tenzij er sprake is van handelen waarbij een economisch belang overgaat op een derde. Omdat "verkrijging" het belastbaar feit oplevert, heeft het louter wijzigen van het fiscaal regiem geen gevolg, kijk niettemin uit met wijzigingen in verhoudingen tussen de deelgenoten, 10,4% heffing is niet fijn.

    De komende herzieningen van de belastingwetgeving hebben niet alleen het meer belasten van vermogen op basis van werkelijk behaald rendement tot doel, ook het verschil tussen VpB box 2 en box 3 wordt verminderd. Daarnaast worden ondernemers en werknemers steeds meer gelijk behandeld … met een opwaartse trend in de belastingdruk … voor ondernemers en vermogenden. Oudere - en ex-ondernemers, vooral diegenen zonder pensioenregeling, die dachten van hun belegd vermogen rustig te kunnen gaan leven, moeten zich heroriënteren. En niet alleen zij, voor alle vermogenden, die box 3 hebben willen vermijden via FGR, open CV en VBI, is er een nieuwe realiteit vanaf 2025.

    Lees verder
  • Landbouwvrijstelling opnieuw roep om afschaffing Door Wijnkamp Keulers op 08-04-2024

    Naar aanleiding van de mogelijke invoering van een vermogenswinstbelasting in een herziene regeling van box 3 staat nu ook weer de landbouwvrijstelling ter discussie voor ondernemers. Landbouwers, die hun grond nog niet hebben geherwaardeerd, doen er goed aan om hun fiscale positie opnieuw te beoordelen.

    Onder het motto dat een verslechtering van de fiscale positie van verpachters naast die van ondernemers-landbouwers ook een gelijke behandeling is, dreigt een aanzienlijke extra IB-claim. Dat zal landbouwers, die vrijwillig willen stoppen, niet stimuleren. Ook zal bij onteigening en daarop lijkende stakingsregelingen de overheid belastingschade moeten gaan vergoeden, zo lijkt het.

    Of de wetgever zich dit allemaal realiseert is de vraag… overigens dit geldt voor meer regelingen, die ten nadele van ondernemers zijn ingevoerd. In Den Haag is men zo langzamerhand zo vervreemd van ondernemers en het platteland dat valt te vrezen voor weer een lastenverzwaring.

    Lees verder
  • Inkomstenbelasting op box 3 vermogen blijft te hoog, maak bezwaar … Door Wijnkamp Keulers op 22-02-2024

    Nadat de box 3 heffing door de Hoge Raad op 24 december 2021 in strijd met burgerrechten werd geacht en de Hoge Raad de Staat gebood rechtsherstel toe te passen, spitst de tegenstelling tussen fiscus en burgers zich toe op twee aspecten. Moeten ook niet bezwaarmakers worden gecompenseerd en is het door de staatssecretaris geboden rechtsherstel voldoende?

    Het eerste punt loopt nog steeds, het ministerie ligt dwars, de rechter is wederom aan zet. Omdat geprocedeerd wordt binnen de kaders van het bestuursrecht zijn de kansen op succes klein.

    Op het laatste punt heeft ook ons kantoor een procedure gevoerd, bij het Hof is inmiddels het gelijk aan de kant van onze cliënt gebleken. De staatssecretaris ging in cassatie en inmiddels is in onze zaak en nog een paar andere het advies van de advocaat generaal gepubliceerd. Advocaat Generaal Pauwels concludeert tot afwijzing van het cassatieberoep, onze cliënt krijgt dus gelijk. AG Pauwels geeft bovendien de Hoge Raad in overweging uit te werken wat dat rechtsherstel moet inhouden.

    De AG geeft aan dat ook de lagere heffing, die over 2017 tot en met 2021 is opgelegd, onder meer aan diegenen, die bezwaar maakten, opnieuw en nog steeds moet worden getoetst aan het werkelijk behaalde rendement. Als het herstelbesluit, waarop de herziene heffing is gebaseerd, opnieuw leidt tot een fictief rendement dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement, dan is ook het herstelbesluit evenals de oorspronkelijke box 3-heffing in de wet IB onverenigbaar met het EVRM.

    Wat moet worden verstaan onder “werkelijk behaald rendement” is echter niet duidelijk. Vallen koerswinsten of andere waardeveranderingen “op papier” eronder, moet worden gecorrigeerd voor de inflatie, moet het gaan om al het vermogen of moeten vastgoed, aandelen en spaartegoeden worden onderscheiden. Ook is er wat ons betreft de vraag of het doel van het vermogen een rol speelt, met andere woorden, mensen die vermogen aanhouden, omdat ze geen pensioen hebben, hebben die geen recht op (extra) bescherming van het EVRM, omdat de verplichtingen nu eenmaal toenemen bij inflatie en bij pensioenfondsen pensioenverplichtingen wel worden vastgesteld met oprenting en dergelijke.

    Box 3 was al een nachtmerrie voor het Ministerie van Financiën, de problemen zijn niet opgelost met de huidige aanpassingen, als de Hoge Raad tenminste het advies van de AG volgt. Bovendien blijft het Ministerie maar wrijven in de vlek. Eerst hebben zij in 2016 de regeling van massaal bezwaar beperkt. Voorheen gold rechtsherstel ook voor niet bezwaarmakers als het massaal bezwaar werd toegewezen. Sindsdien alleen voor bezwaarmakers. Men zag kennelijk het onheil over box 3 aankomen en wilde de schade beperken. Er is massaal bezwaar gemaakt tegen de aanslagen IB voor box 3. Dat massaal bezwaar zal in de toekomst niet minder worden, met alle gevolgen voor de belastinginning van dien.

    Want een ieder, die meent in box 3 te worden belast (al dan niet op onderdelen van het vermogen) via vastgesteld rendement, dat hoger is dan het daadwerkelijke rendement, doet er goed aan bezwaar te maken. De behandeling van niet-bezwaarmakers door het Ministerie van Financiën en weigeren om teveel geïnde belasting terug te betalen, is wat ons betreft eens maar nooit weer.

    De lopende procedures en de actieve rol die de AG vraagt van de Hoge Raad geven aan dat de Staatssecretaris van Financiën nog steeds niet voldoende acteert… het roer moet om en men verzuimt dat. In plaats van regelgeving, die vooral was gericht op het beperken van het moeten terug betalen van onrechtmatig geïnde belasting, had men regelgeving moeten maken die rechtmatig is voor alle benadeelden. Dat nu de Hoge Raad opnieuw eraan te pas moet komen om het onvermogen van bestuur en wetgever te repareren is eigenlijk opmerkelijk. Want een scheidsrechter die bij ontevredenheid over regels wordt gevraagd om dan zelf maar betere regels te maken loopt het risico dat lang niet alle deelnemers hem onafhankelijk zullen blijven vinden. Wetgever is wetgever, bestuur is bestuur en rechter is rechter. Ik ben benieuwd wat de Hoge Raad gaat beslissen.

    Lees verder
  • Belastingheffing en nieuw kabinet … oude Tweede Kamer regeert door … Door Wijnkamp Keulers op 13-12-2023

    In de nacht van 26 oktober 2023 heeft de oude Tweede Kamer een groot aantal amendementen aangenomen op fiscale wetgeving, waaronder het belastingplan 2024. Er is sprake van forse lastenverhoging voor middengroepen en vooral het MKB, die ver in de toekomst doorwerken. We geven wat voorbeelden. De 30%-regeling voor buitenlandse werknemers wordt ingeperkt, in de geldende vijf jaars-periode wordt het tarief van 30% (1e 20 maanden) afgebouwd naar 20% (2e 20 maanden), naar 10% voor de laatste 20 maanden. Dat betekent dat deze werknemers in Nederland netto veel minder overhouden dan in het ons omringende buitenland. Indiërs, Amerikanen, Engelsen, Oost Europeanen en noem verder maar op gaan echt niet voor Nederland kiezen met deze maatregelen. Ook, vooral Amerikaanse en Britse, aandeelhouders of shadow-bankers gaan hun geld elders in Europa of de VS investeren. De VS haalt, in tegenstelling tot Nederland dat bedrijven de grens over jaagt, deze bedrijven met subsidies en lagere belastingen juist terug. Dat gaan we in Europa en vooral Nederland merken.

    De Tweede Kamer heeft zichzelf inmiddels wijs gemaakt dat DGA’s eigenlijk geen ondernemers zijn, maar als werknemers belast moeten worden. De oppot- en weerstandfunctie van eigen vermogen, vooral belangrijk nu banken weigeren het MKB te financieren en nu beleggers extra worden belast, is niet in aanmerking genomen. Men wil reserves afromen door belastingverhogingen. CDA en VVD zijn er niet meer voor de ondernemers en dat is te merken.

    Voor de DGA heeft de Tweede Kamer nog even snel het kunnen lenen bij de eigen BV extra beperkt. Een DGA, die in 2023 zijn eigen woning met een eerste hypotheek bij de bank heeft gefinancierd en daarop aan het aflossen is en de rest via zijn eigen BV financierde, vist nu achter het net als de bank geen toestemming geeft voor een tweede hypotheek en er per 31 december 2023 meer dan € 700.000 in totaal is geleend. Dat is natuurlijk een hoog bedrag maar alles telt mee, leningen voor kinderen voor hun (studenten)woning, leningen die opvolgers zijn aangegaan om erfbelasting te financieren of een echtscheiding te kunnen financieren, alles telt mee.

    Op 26 oktober jl. is het maximum per 31 december 2024 plotsklaps € 500.000 geworden. Voor leningen uit de eigen BV voor eigen woningen, die voor 2023 zijn gebouwd of verkregen en als de leningen behoorlijk zijn geregeld, geldt dit allemaal niet, hoewel … de Tweede Kamer is behoorlijk losgeslagen, je weet maar nooit wat ze volgend jaar weer verzinnen. DGA’s die boven de € 700.000 met hun rekening-courantschuld en leningen zitten, doen er goed aan dividend uit te keren, het tarief is nu nog 26,9%, dat wordt 33%, zij het dat € 67.000 tegen 24,5% mag worden uitgekeerd. De dividenduitkering telt wel mee voor de inkomensafhankelijke heffingskorting en andere regelingen. Regel nu niet teveel via de kinderen: leningen uit de BV aan de kinderen worden bij de DGA in aanmerking genomen.

    Voor de beleggers in panden is er in 2023 nog gewoon een vast rendement van (voorlopig) 6,17% waarmee wordt gerekend, het tarief stijgt naar 32%, zodat bijna 2% belasting moet worden betaald boven de vrijstelling van (meestal tweemaal) € 57.000. Vanaf 2027 gaat er mogelijk een vermogenswinstbelasting gelden, maar daarover in een later stadium meer. Spaarders zijn nu beter af, het is dus puur fiscaal gezien het beste om waar mogelijk op 1 januari 2024 zoveel mogelijk in spaargeld te hebben.

    Op dit moment wordt onder meer het Belastingplan 2024 in de Eerste Kamer behandeld. Of de Eerste Kamer met een grote BBB-fractie en een afwezige NSC-fractie nog veel zal willen tegenhouden is de vraag.

    Al met al een heftig 2023. Door de staat van ’s Rijks kas en de “state of mind” van onze Tweede Kamer zal het er de komende jaren voor de middenklasse en dan vooral ouderen en ondernemers niet beter op worden. Zet u maar schrap …

    Lees verder
  • Hoe om te gaan met minderwaarde gebouwen veehouderij door milieumaatregelen? Door Wijnkamp Keulers op 23-10-2023

    Tegen de achtergrond van de beëindigingsregelingen voor de veehouderij (LBV en LBV +) is er een aantal fiscale issues geadresseerd door Belastingdienst en landbouwaccountants. De richtlijnen in de vorm van vraag en antwoord geven niet zozeer nieuwe regels, het is meer dat de bestaande regels worden geplaatst tegenover de verliezen, die ontstaan doordat landbouwbedrijven verplichtingen opgelegd krijgen door maatregelen inzake natuur en milieu, volksgezondheid en ruimtelijke ordening. De minderwaarde van de kapitaalgoederen moet worden verwerkt, de fiscus zal een deel van het verlies moeten dragen. Omdat lang niet vanzelfsprekend is, dat alle landbouwaccountants raad weten met de optredende verliezen, ook daar is er gebrek aan agrarische kennis, geven wij u wat handvatten. Let op … de handvatten zijn niet zonder meer toe te passen, raadpleeg een goede agro-fiscalist voor specifiek advies, dat kan wat ons betreft in samenspraak met uw eigen accountant of boekhouder.

    Minderwaarde bedrijfsgebouwen:
    Als er een productiebeperking of productieverbod van kracht wordt, dan verliest een bedrijfsgebouw in beginsel "bedrijfswaarde", omdat door de mindere economische levensduur er onvoldoende opbrengst is om rente, afschrijving en onderhoud volledig te dekken. Voor de hand zou liggen om de afschrijvingen te corrigeren, dus meer en eerder afschrijven over de resterende jaren. Dat is echter niet in overeenstemming met goed koopmansgebruik. In het meest recent openstaande jaar in een keer de boekwaarde verminderen is een betere optie. De Belastingdienst is naar ons oordeel gehouden om mee te werken aan een behoorlijke regeling van het fiscaal (progressie)nadeel, dat kan ontstaan als een last in één inhaaljaar moet worden genomen, maar betrekking heeft op meerdere achterliggende jaren. Als sprake is van restwaarde 0 van gebouwen in eigen gebruik, maar de gebruiksduur niet verandert, dan blijft de afschrijving gelijk en conform het artikel inzake de bodemwaarde van artikel 3.30a wet IB, ook dan kan afwaardering naar lagere bedrijfswaarde plaatsvinden. Een praktische oplossing is dan dat de afwaardering wordt uitgesmeerd over de levensduur, de verstreken jaren worden ingehaald, de toekomstige jaren worden jaarlijks naar evenredigheid als last genomen.

    LBV en LBV+, vergoedingen:
    Het onderscheid tussen een vergoeding van vermogensschade of vergoeding van inkomensschade is voor het fiscaal gevolg belangrijk. Ook het onderscheid tussen bedrijfsmiddelen en andere activa is van groot belang. Bij het verplicht slopen van gebouwen voor veehouderij is de sloopkostenvergoeding te onderscheiden van vergoeding (gefaseerd) voor het verlies van productierechten. Omdat productierechten als een bedrijfsmiddel worden beschouwd, kan deze vermogensschadevergoeding worden ondergebracht in een HIR. Er dient per geval te worden bezien of en hoe de bedrijfswaarde van de gebouwen zich ontwikkelt ten opzichte van de vermogensschadevergoeding, soms kan de last eerder worden genomen dan dat de vergoeding tot de winst moet worden gerekend. Aftrek tegen een hoog tarief en belasten tegen laag tarief kan een kwestie van goed plannen zijn, zo ook tijdig oprichten van een BV.

    Voor sloopkosten kan een voorziening worden gevormd, let op dat de sloopkosten niet al te makkelijk door de Belastingdienst worden geacht meerwaarde van (onder)grond op te leveren. Let ook op BTW-correcties, bij sloop in beginsel geen herziening, bij overbrengen naar privé of verkoop aan een derde mogelijk wel herziening. Omdat bij sloop geen herziening aanwezig wordt geacht, zijn de sloopkosten in beginsel ex BTW ten laste van het resultaat te brengen en is de in rekening gebrachte BTW aftrekbaar.

    Lees verder
Follow us
email
twitter
facebook